Leren van Zwitserland - Hoe het komt dat er in Zwitserland zo weinig files staan

Waarom lukt het al decennialang niet om het Nederlandse fileprobleem op te lossen? En waarom staan er in Zwitserland dat een vergelijkbare stedelijke structuur heeft als Nederland aanzienlijk minder files. Kan Nederland in zijn strijd tegen files iets leren van Zwitserland?

 

Het Zwitserse landschap van bergen en dalen is uitermate geschikt om verstedelijking te structureren. Er ontstaan lineaire steden waarin openbaar vervoer concurrerend kan worden ingezet. Nederland heeft dit ‘natuurlijke voordeel’ niet, maar het heeft daarentegen een ruimtelijk beleid gevoerd dat wel tot congestie moest leiden. Zo zijn er tientallen steden met enkele tienduizenden inwoners zonder aansluiting op het spoorwegnet en veel kantoorgebouwen zijn alleen per auto te bereiken.

Zulke situaties komen in Zwitserland nauwelijks voor. Daar staan dan ook  vrijwel geen files als gevolg van woon-werkverkeer. De Zwitserse overheid zet al jaren in op het openbaar vervoer en koppelt haar ruimtelijke ordening hieraan, met relatief hoge dichtheden en de juiste functies op de juiste plek. De ruimtelijke inzet wordt hierbij ondersteund door fiscale maatregelen en secundaire arbeidsvoorwaarden die het onaantrekkelijk maken om op grote afstand van het werk te wonen.

 

In drie case studies die ieder één Zwitsers ruimtelijk concept als leidraad nemen laten de bureaus Topotronic en ZUS zien hoe delen van de Randstad er uit hadden kunnen zien indien er van ca 1950 anders zou zijn verstedelijkt.

In het Oostland,de zone tussen Rotterdam, Delft en Zoetermeer, zijn de landschappelijke kwaliteiten van het voormalige Groene Hart en de vraag naar lokale landbouwproducten nooit een reden geweest de verstedelijking tegen te gaan. Het gevolg is een diffuse suburbane lappendeken van woonwijken en broeikassen, bestemd voor de export van landbouwproducten, waarin zelfs recentelijk de Randstadrail geen hiërarchie in wist aan te brengen. Topotronic en ZUS simuleren een harde groene contour die de scheiding tussen stad en land herstelt.

 

Voor de zone ten Oosten van Utrecht constateren de bureaus dat er enkele monofunctionele brokken bebouwde kom zijn gepland die nauwelijks in verband staan met de aanwezige infrastructuur. Het gaat om de universiteitscampus de Uithof en de buitenwijken van Zeist. We stellen een gemengde bandstad voor gekoppeld aan de A28 en de nieuw aan te leggen tramverbinding met het centrum van Utrecht.

 

Bij de zone tussen Rotterdam en Dordrecht constateren we dat er ondanks de vele aanwezige infrastructuur (De Noord, de A16, A15 en de spoorlijn) de verstedelijking daar niet aan gelinkt is. De verschillende gemeentes hebben zich met hun rug naar elkaar ontwikkeld en iedere lineaire samenhang ontbreekt.  Met de mediocre introverte wijken die er de afgelopen 50 jaar werden gebouwd, worden de ruimtelijke kwaliteiten van de rivier en de functionele kwaliteiten van de spoorlijn niet benut. Topotronic en ZUS simuleren een water en spoor gerelateerde stedelijke ontwikkeling.

 

Hoewel veel onherstelbare ruimtelijke schade is aangericht in Nederland, zijn er mogelijkheden om fouten te herstellen. Het ministerie van I & M stuurt in zijn concept Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte niet voor niets aan op een integrale benadering van infrastructuur en ruimte. Met het opheffen van de rijksbescherming voor bufferzones dienen zich kansen aan voor lineaire verstedelijking langs railinfrastructuur.

 

Dit onderzoek is uitgevoerd door Topotronic en ZUS, gefinancierd door het Stimuleringsfonds voor Architectuur, de Provincie Zuid Holland en de Provincie Utrecht. 

Het hele onderzoek is hier te downloaden als PDF

Interview in Neue Zürcher Zeitung

Artikel in Holland Blad nr 8 maart 2011 (Vereniging Deltametropool)