Topotronic

Stedenbouw

 

Rotterdam, 28 februari 2007

 

 

Geachte mevrouw Cramer,

 

Uw ministerie vraagt wat Nederland in de toekomst te bieden heeft. Wel nu, Nederland heeft de Waddenzee, Amsterdam, de Kinderdijk en de Posbank. Deze zullen er in de toekomst ook nog wel zijn. De vraag is of Nederland als bestuurlijke eenheid daarvoor nog wel nodig is. Kunnen deze plekken zich ook onder andere bestuursvormen ontwikkelen? Zijn landsgrenzen niet negentiende eeuws? Is hun functie - het op afstand houden van Duitsland en België en het controleren van in- en uitvoer - niet achterhaald? Veroorzaken ze niet meer problemen dan oplossingen? Zijn de landsgrenzen vanuit het democratisch perspectief van de ruimtelijke ordening nog wel te legitimeren?

Landsgrenzen scheiden de kiezers van de ene landelijke regering van die van het buurland. Indien parlementsleden herkozen willen worden, zullen zij zich dus nooit inzetten voor inwoners van het buurland. Bovendien moeten bewindslieden trouw zweren aan hun vaderland. Daarom behoren investeringen en hun rendement in eigen land blijven. Hierdoor worden grensoverschrijdende projecten gefrustreerd en worden grensstreken als achtertuin behandeld. Voorbeelden hiervan rondom Nederland zijn de IJzeren Rijn en de coffeeshops en windmolens aan de grens. Door de grens wordt dus niet de meest economische of duurzame oplossing voor ruimtelijke vraagstukken gekozen maar een geopolitieke. De bestuurlijke grens blijft zo ruimtelijk waarneembaar.

Binnen de Europese Unie leidt de indeling in landen tot een scheve politieke representatie van de bevolking in het Europese Parlement, waarin een inwoner van Malta relatief meer in de melk te brokkelen heeft dan een Duitser. Zo zijn er in het Comité van de Regio’s 17 Duitse zetels en 5 Maltese zetels. Een verhouding die noch het oppervlak van het land noch het aantal inwoners recht doet. Of kunt u mij vijf Maltese regio’s noemen?

De huidige globalisering en regionalisering leiden als vanzelf tot een desinteresse in de nationale staat. Veel politici en weermannen doen weliswaar grote moeite om nationalistische gevoelens te promoten door het over “ons-land” te hebben, maar de vraag is of de fotowedstrijd van VROM voor de mooiste oranjestraat of sportevenementen met landenteams geen achterhoedegevechten zijn. Temeer daar in veel West-Europese landen tientallen procenten buitenlanders wonen. Zijn er daarom alternatieven voor de nationale staat? Kunnen we nu de landsgrenzen heroverwegen die sinds Schengen alleen nog maar als bestuurlijkecontour worden gebruikt? Kunnen we de landsgrenzen zo laten oplossen dat we misschien wel terug gaan naar een Europa van stadstaten? In vroegere tijden waren er immers talloze stadstaten, denk aan de Griekse en Italiaanse steden, maar ook nu zijn er steden die geheel of gedeeltelijk (nog) als stadstaten functioneren, Monaco, Vaticaan,Gibraltar. Ook de steden Parijs, Brussel, Wenen,Bremen, Hamburg en Berlijn zijn Bundesländer. Sommige steden zijn zo krachtig dat ze hun land doen vergeten: In de Verenigde Staten schijnt men te denken dat Amsterdam in Denemarken ligt. Maar weet men in Europa in welke landen Dubai en Kuala Lumpur liggen? De EU zou uit honderden regio’s of stadstaten kunnen bestaan vergelijkbaar met de katholieke kerk met haar honderden bisdommen. Alles wat de belangen van de individuele stadstaten overstijgt, wordt op EU niveau besloten. Alle overige besluiten kunnen autonoom worden genomen. Stadstaten zouden ook samen besluiten kunnen nemen, mits anderen daar niet tegen protesteren. Voor de ruimtelijke ordening heeft dit consequenties.

Ten eerste worden ingrepen die uitreiken boven het belang van één stadstaat voortaan door de EU bepaald. Dus niks geen getreuzel meer met grensoverschrijdende infrastructuur en niks geen zware industrie meer aan de grens. Ten tweede kunnen stadstaten zich

autonomer ontwikkelen en zich beter onderscheiden van de stad 40 kilometer verderop. Ten derde zullen stadstaten proberen zelfvoorzienend te zijn, door zelf voor schoon water, vuilverwerking, voedsel en energie te zorgen. Doordat stadstaten kleiner zijn dan de huidige staten worden goederen over kortere afstanden vervoerd, wat bijdraagt aan een duurzame samenleving. U gaat als minister van Ruimtelijke Ordening over de ruimte. U zou de ruimte letterlijk kunnen herschikken, door Nederland te desintegreren in stadstaten. U gaat dan de geschiedenis in als de laatste minister van Nederland.

 

Hoogachtend

 

 

Arjan Harbers

Stedenbouwkundige

 

Topotronic

Rotterdam - Brussel